Het aandeel Ahold was woensdag een opvallende uitschieter in de AEX-index. Het supermarktconcern kreeg met zijn eerstekwartaalcijfers de handen van beleggers op elkaar. De hoofdindex in Amsterdam sloot overigens in mineur en ook elders in Europa gingen de graadmeters omlaag.

De AEX eindigde met een verlies van 0,2 procent op 446,78 punten. De MidKap zakte 0,7 procent tot 662,20 punten. De graadmeters in Londen, Frankfurt en Parijs sloten tot 0,7 procent lager.

Ahold zette een koerswinst van 2,5 procent op de borden. Het supermarktconcern zag de winst en omzet in het eerste kwartaal groeien, onder meer door ,,solide prestaties” in zijn winkels en een aanhoudend sterke toename van de onlineverkopen. Het concern meldde verder dat ,,goede voortgang” is geboekt in de voorbereidingen voor de fusie met het Belgische Delhaize, dat in Brussel 2,3 procent won. De deal wordt naar verwachting medio dit jaar afgerond.

DSM en ArcelorMittal tegenpolen

DSM presteerde onder de hoofdfondsen op het Damrak nog beter dan Ahold, met een plus van 3,8 procent na een positief analistenrapport. Grootste daler in de AEX was ArcelorMittal dat 2,8 procent verloor. Ook ABN AMRO en ING waren onderin de hoofdindex terug te vinden met verliezen van 1,5 procent.

Sowieso was het een mindere dag voor banken. In Frankfurt was Deutsche Bank een opvallende verliezer met een min van 2,6 procent. Topman John Cryan van de grootste bank van Duitsland liet tijdens een bijeenkomst met investeerders en analisten weten dat het financiële concern zich schrap zet voor een periode van aanhoudend lagere handelsvolumes op de financiële markten.

Ook in Italië gingen bankaandelen in de verkoop na aanhoudende zorgen over de bankensector in het land. Zo verloor Banco Popolare 6,3 procent en speelde UniCredit krap 2 procent kwijt. Bij laatstgenoemde wachten beleggers op de benoeming van een nieuwe topman.

Ook werd een stroom macro-economische cijfers uit Europa verwerkt. Daaruit bleek onder meer dat de Franse industrie in mei iets minder sterk is gekrompen dan aanvankelijk werd aangenomen, terwijl de groei van Duitse industrie aan kracht won.

De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde 0,5 procent naar 48,85 dollar. Brentolie werd 0,4 procent goedkoper op 49,68 dollar per vat. De euro was 1,1172 dollar waard, tegen 1,1130 dollar bij het Europese slot dinsdag.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl